Wintertips voor automobilisten
Hoe maak je je auto winterklaar?
Wanneer leg je best winterbanden op?
- Winterbanden zorgen voor meer grip bij sneeuw, gladheid en koude temperaturen.
- Plan op tijd een afspraak om je banden te laten wisselen.
- Vanaf 7 graden of kouder zijn winterbanden doeltreffender dan zomerbanden.
- Controleer de profieldiepte: minimaal 4 mm voor een goede grip.
Is je remweg korter met winterbanden?
Nee
- Ook met winterbanden is je remweg langer dan bij normaal weer.
- Je rijgedrag blijft zeer bepalend voor je veiligheid, zeker niet alleen je banden.
- Hou voldoende afstand en pas je snelheid aan.
Kan je het hele jaar met winterbanden rijden?
Nee
- Winterbanden slijten sneller en remmen minder goed bij warm weer.
- In de zomer rijd je dus beter met zomerbanden.
Zijn winterbanden verplicht in België?
Nee
- Maar vanaf 7 graden of kouder zijn ze aangeraden.
- Ze bieden meer grip bij koude, sneeuw of ijzel.
Wat laat je best nakijken in de garage vóór de winter?
Accu: voorkom startproblemen
- Een platte batterij is hét winterprobleem. Laat daarom je accu preventief testen. Is de oplaadcapaciteit te laag? Laat ze dan vervangen vóór de eerste vriesnacht. Want bij kou loopt ze sneller leeg, zeker als je vooral korte ritten maakt. Maak in de winter daarom ook geregeld lange ritten.
Ruitenwissers en verlichting
- Laat versleten ruitenwissers vervangen. Want in de winter zijn perfect werkende ruitenwissers onmisbaar.
- Laat nakijken of al je lichten nog werken én laat ze goed afstellen. Zo zie je voldoende bij sneeuw of regen, ben je goed zichtbaar voor anderen én verblind je geen tegenliggers.
Remmen en antivries
- Laat je remmen grondig nakijken: op een nat of glad wegdek is je remweg langer.
- Vraag ook een controle van motorolie en koelvloeistof. Die moeten voldoende antivriesmiddel bevatten om schade te voorkomen bij winterweer.
Wat kan je zelf doen om je auto winterklaar te maken?
Hoe bescherm je je auto tegen nachtvorst? Neem voorzorgsmaatregelen
Auto's die 's nachts buiten staan, krijgen het zwaar te verduren bij vriesweer. Met een paar eenvoudige tips vermijd je schade en frustratie.
Bescherm je ruiten en ruitenwissers
- Bedek je voorruit met een stuk karton of een thermisch deken. Zo voorkom je ijsvorming en moet je ’s ochtends minder krabben.
- Leg je ruitenwissers op het karton of deken. Zo kunnen ze niet vastvriezen en blijven ze intact.
- Zet je ruitenwissers altijd uit vóór je de motor aflegt. Zo vermijd je schade aan het mechanisme bij het starten.
Trek je handrem niet op
- Je handrem kan vastvriezen. Trek hem dus beter niet op als er vorst voorspeld wordt.
- Zet je auto in eerste versnelling of in parkeerstand (P) om wegbollen te vermijden. En zo vriest je handrem niet vast.
- Heb je een automatische handrem? Dan is er geen probleem: die mag je gewoon gebruiken.
Tips voor elektrische auto's bij winterweer
Rijbereik zo hoog mogelijk houden
Op koude dagen kan het rijbereik van je elektrische auto 20 tot 30% zakken, want een koude batterij loopt sneller leeg.
- Parkeer je auto binnen als dat kan.
- Verwarm je auto 15 à 30 minuten voor, best als hij nog aan de laadpaal hangt. Bij de meeste auto's doe je dat via een app.
- Gebruik de stoel- en stuurverwarming, die verbruikt minder dan de gewone verwarming. Zet de gewone verwarming iets lager om je actieradius zo hoog mogelijk te houden.
Vastgevroren laadkabel voorkomen
- Bij extreme kou en vocht laad je je auto beter binnen op, want een laadkabel kan vastvriezen.
- Zorg voor een droge stekker als je toch buiten moet laden. Wrijf de stekker eerst goed droog voor je hem in de laadpaal steekt. Een vochtige stekker kan vastvriezen.
- Je auto voorverwarmen kan helpen om een vastgevroren stekker weer los te maken.
Hoe vertrek je veilig bij winterweer?
Zorg voor een maximaal zicht op de weg
Verwijder alle sneeuw
- Maak alle ruiten en buitenspiegels sneeuw- en ijsvrij met een ijskrabber.
- Verwijder ook de sneeuw van je lichten, dak en motorkap.
Ontdooi ruiten en spiegels
- Zet je airco en ventilatie tegelijk aan. Zo gaat de condens sneller van je ramen.
- Zet de achterruitverwarming aan. In recente auto's verwarmt die ook de spiegels.
- Gebruik nooit kokend water, dat kan je ruiten doen barsten.
Welke autoverlichting moet je aanzetten als het sneeuwt?
Je verlichting is cruciaal om zélf goed te zien én om gezien te worden. Je dagrijlichten zijn niet voldoende bij winterweer. Die zitten vaak enkel vooraan. Dimlichten zorgen ook voor achterlicht, zo zien anderen jou beter vanop afstand.
Wanneer moet je je dimlichten aanzetten?
- Je moet je dimlichten aanzetten bij schemer of als het donker is.
- En ook als je minder dan 200 m ver kan zien overdag (bv. zwaarbewolkt, regen, sneeuw, tunnel).
- Als je lichten op de automatische stand staan, gaan ze niet altijd aan bij sneeuw of mist, zet de dimlichten dan manueel aan.
Zet je achtermistlicht aan als het sneeuwt
- Je achtermistlicht moet je verplicht aanzetten als je minder dan 100 m ver kan zien door mist of sneeuw.
- Je bent altijd verplicht om je achtermistlicht aan te zetten als het fel regent.
- Een mistlicht vooraan is niet verplicht.
5 tips om veilig te rijden bij sneeuw of gladheid
1. Hoeveel volgafstand laten bij sneeuw?
- Bij sneeuw of ijs heb je een langere remweg.
- Laat minstens 4 seconden volgafstand bij sneeuw of gladheid.
- Zo kan je op tijd remmen én hou je beter overzicht op het verkeer.
- Zo werkt de 4-secondenregel.
2. Pas je snelheid aan
- Rij trager bij gladheid.
- Hoe trager je rijdt, hoe korter Je remweg.
- Hou een constante snelheid.
- Vermijd bruusk remmen, sturen of schakelen.
- Zo vermijd je slipgevaar en kan je veilig stoppen.
3. Let op voor kwetsbare weggebruikers
- Fietsers en voetgangers glijden sneller uit.
- Ze mogen op de rijbaan als het fiets- of voetpad niet veilig is door sneeuw of ijs.
- Blijf op veilige afstand met de auto.
- Laat minstens 1,5 meter afstand als je ze inhaalt of voorbijrijdt.
4. Blijf gefocust
- Kijk ver vooruit.
- Anticipeer op wat voor je gebeurt.
- Vermijd afleiding: geen gsm, gps of gepruts aan de radio of verwarming.
- Hou je ogen op de weg en je handen aan het stuur.
5. Rij extra voorzichtig op gladde plaatsen
- Tramsporen en putdeksels: pas je snelheid aan. Ze zijn vaak spekglad.
- Opritten: hou afstand bij het invoegen of wisselen van rijstrook.
- Afritten: Rem vóór de afrit, niet in de bocht. Laat het gaspedaal ruim voor de afrit los en laat je auto uitbollen. Rem zachtjes bij en schakel eventueel terug (remmen om de motor).
- Bruggen en viaducten zijn vaak verraderlijk glad.
Hoe veilig remmen, noodstop maken of wat te doen bij slippen?
Is remmen op de motor veiliger bij glad weer?
Nee, niet noodzakelijk.
- Bruusk remmen op de motor kan je ook in problemen brengen waardoor je gaat slippen. Als je remt op de motor treedt je ABS-systeem niet in werking.
- De kunst is om nooit bruusk te remmen als het glad is, niet met je rempedaal en ook niet op de motor.
- Lees hieronder hoe je zo veilig mogelijk afremt bij winterweer.
Hoe rem je zo veilig mogelijk als het glad is?
- Laat het gaspedaal tijdig los.
- Laat de auto uitbollen.
- Rem zachtjes bij.
- Schakel eventueel naar een lagere versnelling.
Wat kan je doen als je begint te slippen?
-
Stuur bij. Kijk daarvoor altijd waar je naartoe wil, niet naar obstakels.
-
Rem niet bruusk.
-
Druk het koppelingspedaal in tot je weer grip hebt (bij een handgeschakelde wagen).
-
Laat het gaspedaal zacht los (bij een automaat of elektrische wagen).
Hoe maak je een veilige noodstop?
Bij een noodstop helpt het antiblokkeersysteem (ABS) je om controle te houden:
- Trap het rempedaal krachtig in en hou het ingedrukt.
- Voel je een schokkend effect of hoor je een ratelend geluid? Dat is normaal: je ABS werkt.
Bronnen: Touring.be, ANWB.nl, verzekeringen.be, vvnl.nl
Update: 20.11.2025